De Intrigerende Geschiedenis van Zout- en Zeetherapieën

Halotherapie, zoals we die vandaag kennen, vindt zijn oorsprong bij Dr. Feliks Bockowski, een Poolse arts in 1938. Hij werd geïnspireerd door de gezonde mijnwerkers in de zoutmijnen van Oost-Europa en opende het Wieliczka Salt gezondheidscentrum, dat halotherapie als basis legde. Deze zoutmijnen, die nu op de UNESCO-werelderfgoedlijst staan, hadden ideale luchtvochtigheid en temperatuur, waardoor de mijnwerkers zelden ziek werden.

In de jaren 30 tot 1942 was er in Scheveningen een Inhalatorium op de locatie van het kurhaus. Hier kon men pure zeelucht inhaleren via speciale apparaten, en onderzocht men de impact op de longen. Ook werden er baden aangeboden voor huidaandoeningen.

Oceaantherapie had al in 400 voor Christus de aandacht. De oude Egyptenaren noemden het al zo.

In de 18e en 19e eeuw werden sanatoria gebouwd langs de Belgische kust om kinderen met ernstige longziekten zoals tuberculose te behandelen. De kinderen werden overdag op strandbedden gelegd om te herstellen.

Thalassotherapie, waarbij “thalassa” Grieks is voor zee, was al bekend bij de oude Grieken en Romeinen vanwege de helende krachten van zeewater op de huid, spieren en gewrichten.

Speleotherapie, afgeleid van het Griekse “spelaion” voor grot, betreft het inademen van mineraalrijke lucht uit zoutmijnen. Zelfs Olympische atleten in Athene onderkenden de voordelen voor hun sportieve prestaties. De geschiedenis van deze unieke therapieën onthult een eeuwenlange fascinatie met de heilzame krachten van zout en zee.